1970, het jaar dat André Vanweddingen het roer overneemt en Toeristika meer en meer vorm geeft. Dit jaar moet goed aan elkaar hebben gehangen want nu nog komen de studenten van toen regelmatig samen.

Toeristika krijgt op het Coloma-Instituut gezelschap van twee nieuwe clubs: Kinesco (voor de Kinesitherapie-studenten) en Barchi (voor Binnenhuisarchitectuur). Die eerste gaat ijverig op zoek naar een clublied en de studenten van de ZASK die ook regelmatig den Barcelone bezoeken zijn er als de kippen bij om een handje te helpen en het oude Toeristikalied van onder het stof te halen en heel simpel Toeristika te vervangen door Kinesco. En het vervolgens op de tonen van “…de zilvervloot “aan hen cadeau te doen en te zingen van “Zeg heb je al gehoord van Kinesco…”

Eveneens sinds begin jaren ’70 zijn er de Toerkes, waarin studenten hun gedachten en belevenissen kwijt kunnen, met huidig kunstenaar Axel Nees (72-74) als vaste striptekenaar van de figuren ‘Colomietjes’.

In 1971 neemt, de toen nog onbekende scenarist, Ward Hulselmans zijn taak over. Het praesidium van dat jaar besluit, om een nog onbekende reden, een nieuw clublied te schrijven. Het clublied werd geschreven onder impuls van de toenmalige zedenmeester Marcel Dumont op de tonen van “ Saint Nicolas patron des écoliers…”, zoals we het vandaag de dag kennen. Maar spijtig genoeg verkeerd zingen qua toon …

Marcel Dumont schrijft hierover in een email “Het toeristikalied is inderdaad bij mij op kot geschreven en getoondicht op de tonen van Saint Nicolas patron des écoliers. Daar waren o.a. Ward Hulselmans, Bonny Michiels, Gilbert Schaeken en Christiane Lauwers bij. Er was immers geen toeristikalied. Dat hebben wij geschreven op een avond meen ik, ter voorbereiding van een cantus. Een cantus zonder clublied kon natuurlijk niet … Zodoende werd er een gemaakt!”

… Volgens Marcel Dumont was er geen clublied in 1971… wat ook wel eigenaardig is omdat we er vanuit gaan dat Achilles bij de oprichting er wel één gekozen zal hebben. Misschien kan André Vanweddingen ons hier ook nog uitsluitsel over geven.

Verder moeten we alles ook plaatsen in de tijdsgeets van toen. Marcel Dumont getuigt hierover: “Ik was zedenmeester in het praesidium. Het was o.a. om de studentendoop wat binnen de normen te houden. In die tijd werd Coloma nog geregeerd door de Dames de Marie. Een religieuze kloosterorde. Wij dienden “verantwoording” af te leggen bij Mère Hildegarde en Mère Anne.

We kunnen het ons nog nauwelijks voorstellen…