September 1965, Mechelen verwelkomt de nieuwe studierichting ‘Toerisme’. Doordat de richting nog in haar kinderschoenen staat, zijn er nog geen duidelijke lessenroosters en cursussen aanwezig en werken docenten en studenten letterlijk samen om een leerplan op te maken.

Lessen bestaan uiteindelijk vooral uit godsdienst (Coloma was tenslotte een nonnenschool) en talen, wat goed uitkomt voor één van de weinige studenten Achilles Schepens. Deze komt net uit Leuven, waar hij Germaanse probeerde omdat hij naar eigen zeggen ‘nog niet goed wist welke richting uit te gaan’.
Achilles, Mechelaar, was in Leuven lid van Germania(*) en niet zomaar lid. Hij kwam zelfs op voor het praesidium van Germania en werd gekozen als vice-praeses in de 1ste kandidatuur. Zijn studiegenoot, Marc van Craen, voerde mee campagne en samen proefden ze van het studentenleven te Leuven. We moeten dus niet ver zoeken om te weten waar beide, na 1 academiejaar Germaanse, de mosterd haalden toen ze in 1965, samen met hun studiegenoot Chris Myncke, besloten een studentenclub op te richten. Toeristica wordt geboren. Toeristica met een C want pas later wordt het ToeristiKa.

————————————————————————————————————-

(*)Germania was van oudsher de vereniging van studenten Nederlands, Duits en Engels. Ze werd opgericht in 1931 en in 2004, als gevolg van de BaMa-structuur en de nieuwe talencombinaties, fuseerde Germania met Romania en (een deel van) Klio in Babylon.

————————————————————————————————————-

Achilles is een ‘bon vivant’ die graag een pintje drinkt en de vrouwen ziet. Maar bovenal is hij een charismatische figuur met een operawaardige stem. Achilles zal later nog regelmatig stoppen in Mechelen in Den Barcelone en zelfs deelnemen aan TD’s en galabals. Hij is altijd een studentikoze man gebleven die, ondertussen verhuisd naar het Gentse, altijd is blijven houden van een goed pintje en een goed feest.

Op 27 oktober 2006 namen we te vroeg afscheid van Achilles , hij was 61 jaar. Een moment om even stil te staan bij de vergankelijkheid van het leven. Achilles zal altijd blijven verder leven in onze club.

Het eerste jaar 1965 is het stichtingsjaar… er zijn slechts 6 eerstejaars en van een normale clubkalender is dus geen sprake.

Volgens een oud senior van de ZASK wordt Toeristika’s clublied geschreven op de tonen van de Zilvervloot… “Zeg heb je al gehoord van Toeristika, toeristenschool van Mechelen…”. En het lint en clubschild wordt ontworpen. Naar verluidt met een wiel ipv de huidige wereldbol op het wapenschild. We zoeken nog steeds iemand die dit kan bevestigen. De kleuren van Toeristika liggen voor de hand rood(keel), geel (goud) zijn de kleuren van de stad Mechelen (en de Malinwa) en blauw(azuur) de kleur van de vrijheid , de zee , de lucht … enfin we hadden het zelf niet beter kunnen bedenken. “De regels werden overgenomen van Germania en hier en daar wat aangepast” (dixit Marc Van Craen).

In deze periode kende Mechelen al wel een aantal gevestigde studentenclubs van wie de stichtingsdatum teruggaat naar het begin van de 20ste eeuw.

De industriële of zoals toen nog ‘technische’ ingenieurs van De Nayer verenigen zich reeds voor de 2de wereldoorlog. De Wesp (°1929 Wetenschap en Spel), Antigonia (°1930 Antwerpse studenten van De Nayer in Mechelen) zijn de oudste studentenclubs van Mechelen.

Samen met de faculteitskringen OW-kring (°1956 Openbare werken = Bouwkunde) , S-Kring (°1957 Scheikunde), EM- kring (°1964 Electro Mechancica) maken ze deel uit van het verbond KVTHV (Katholiek Vlaams Technische Hoogstudenverbond ° 1949-1950).

Maar ook de ondertussen ter ziele gegane clubs zoals de vrijzinnige en van de VUV afhangende Zuid Antwerpse Studenten Klub (ZASK) (°19– industrieel ingenieurs) die eerder aanhangt bij de VUB en Para-Medica  (°1963 Club der Klinische Assistenten) bevonden zich toen reeds in het Mechelse straatbeeld.

In 1966 is er het eerste volwaardige clubjaar van Achilles kon hij voor de eerste keer de eerstjaars ontvangen. Defacto waren alle tweedejaars praesidiumleden. Het was een groep vrienden die eerder naar het voorbeeld van Germania een faculteitskring voorstonden.

Marc Van Craen getuigt hierover dat en schreef dat ze in de beginjaren vaak samenkwamen in het toenmalige café ‘Het Beffershof’ in de Befferstraat achter het Stadhuis van Mechelen. De cantussen en schachtenvergaderingen hadden plaats in het Beffershof. De waard Miel Verbeeck, hield van de jonge mensen en was een goede vriend van Achilles. Wij vonden elkaar ook regelmatig terug in het hoekcafé aan de Tervuursesteenweg tegenover de toenmalige ingang van de school Coloma en natuurlijk in “Den Barcelone” waar Charly (= toenmalige cafébaas) heer en meester was.”

Studentenleven was toen bij uitstek een mannenzaak “al zijn er bij Toeristika vanaf het tweedejaar al meer porren dan schachten” (dixit MvC). Wat op zich niet verwonderlijk is omdat al heel snel blijkt dat de dames veruit de grootste populatie uitmaken binnen de richting Toerisme. Maar het is een waarheid als een koe dat de codex geschreven werd voor en door mannen en dat het studentenleven van oudsher een mannenaangelegenheid was. Van vrouwenclubs  is er weinig of geen sprake en sommige studentenclubs zijn tot op de dag van vandaag nog steeds exclusief voor mannen.

Onder deze eerstejaars in 1966 vinden we 2 bekenden. Deze 2 spitsbroeders, afkomstig uit Herent en wellicht gefascineerd door de vliegtuigen van het nabije Zaventem, vatten de richting Toerisme in Mechelen aan. Hun namen Stefaan Marrin en Freddy Marsé.

De regels die een studentenclub kent, worden hier nog strikt gevolgd. Niet voor niets zijn vele liedjes uit de codex duitstalig of vertalingen uit het Duits. De club hangt sterk aan bij Leuven en heeft ook zoals het in die tijdsgeest past een klak…een groene pet met zwarte klep en tricolore rand boven de klep.

Stefaan Marrin die Achilles in 1967 opvolgde won de verkiezingen nota bene tegen zijn spitsbroeder Freddy Marsé. Stefaan was uit hetzelfde hout gesneden als Achilles en won de verkiezing dankzij de steun en stemmen van de aanwezige dames. 

Freddy werd de schachtenmeester van dat jaar al wou hij dat lang en tijdens zijn actieve loopbaan als docent aan diezelfde hogeschool niet zo gezegd hebben. Beide mannen zijn ons spijtig genoeg te vroeg ontnomen.

De eerste jaren had de club zoals eerder gezegd geen vast stamcafé, maar vertoefden ze zoals eerder gezegd regelmatig in het café schuin tegenover de school, op de hoek van de vaart en de Tervuursesteenweg en bij Charly in den Barcelone.

Stefaan Marrin heeft nog een tijdje in Mechelen gewoond en kwam toen regelmatig nog naar ‘Den Barcelone’. Het is geen toeval dat hij zich enkele jaren voor zijn dood nog even kwam wentelen in de nostalgie van zijn studententijd.

In 1968 neemt Robert Cools het jongerencafé ‘Barcelone’ over van Charly Keymolen, waarna ook Toeristika, met de toenmalige praeses Willy Van Asbroeck, hier haar vaste intrek neemt. De club zal hier uiteindelijk meer dan 40 jaar thuis zijn.

Willy werkte jarenlang voor het toenmalige vakantiegenoegens (nu PASAR) van de christelijke zuil en is momenteel nog de oudste, in leven zijnde, praeses.

1969 is of was een duister jaar want het was de enige naam in de lijst van seniors waar we weinig of niets van terugvonden. De oude info dat dit Eric Swolfs zou zijn werd meermaals tegengesproken maar recent bevestigd door de man die het zou moeten weten, zijn opvolger, André Vanweddingen. Verder zat er in het praesidium ene Manu Soenen. Maar verder ontbreekt elk spoor.

Sowieso is er weinig geweten van deze periode. Nochtans een boeiende periode want net na Mei ’68 moet er wel een hoog flower power gehalte aanwezig geweest zijn binnen onze club.